23 december 2010


Zoals ik met het eerste deel al heb aangegeven werden er doorheen Europa heidense goden aanbeden. Daarom zou een Engelse monnik uit Devon (Bonifatius) naar Thuringiƫ in Duitsland getrokken zijn om er het Christendom te verspreiden.

Waarvoor hij in 723 een donareik zou omgehakt hebben. Een belangrijke boomsoort die met de Thor geassocieerd werd. Om de aanspraak van de Noorse goden over een lokale Duitse stam te ontkrachten.

Toen die hem voor deze daad niet hadden neergebliksemd raakten ze overtuigd, van de zo omschreven, superioriteit van de nieuwe godsdienst en lieten ze zich dopen.

Volgens sommige variaties op dat verhaal zou er zich in het midden van de stronk een immer groenblijvende dennenboom gegroeid zijn. Dat als een symbool werd aanschouwd voor de dood van het heidendom en de geboorte van het Christendom in de wereld.

De driehoekige vorm van de boom werd ook meteen gebruikt om de boodschap van de heilige Drievuldigheid (God de vader, de zoon en de Heilige Geest) te communiceren.

Een symbool van religieuze devotie dat oorspronkelijk ondersteboven werd gehangen. Zodat iedereen die de boom zag hem niet als puur decoratief zou zien. Tegen de 12de eeuw stond deze bekend als de “boom van God”.

Om in de 20ste eeuw een kortstondige come-back te maken. Vanwege de voordelen dat het die dit vanuit een marketing standpunt had.

Je kon namelijk dichter bij de versieringen komen en er kwam heel wat meer plaats vrij om de producten te presenteren.

Maar dit concept sloeg, na zovele eeuwen van gewenning aan de natuurlijke richting, niet meer aan. (via wikipedia en afbeelding 1, 2, 3)

Leave a Reply

Subscribe to Posts | Subscribe to Comments

- Copyright © infocaris