- Back to Home »
- internet , jeugd , onderwijs , studie »
- studie : jongeren en internet
24 september 2008
Gisterenavond tipte Henk Kosters van de blog Dr.Henkenstein mij over een nieuwe Vlaamse studie van OIVO. De studie zelf handelt over het gebruik van internet door jongeren.
De studie zelf toont in grote lijnen dat het internet als medium goed ingeburgd is geraakt. Maar ook dat de digitale kloof door de verhoogde beschikbaarheid van het medium op scholen en in de woonkamer erg verkleind is voor de behandelde doelgroep.
Het gebruik ervan gebeurt dan ook met een vaste regelmaat. Waardoor bepaalde gewoonten ook digitaal zijn gegaan. Zo is chatten het telefoneren gaan vervangen.
Ook commerciële sites scoren vrij goed bij jongeren. Wat op zich niet raar is want meestal gaat dit om ruil en/of verkoopsites en het opzoekingen om prijzen te kunnen vergelijken.
Al is dat maar een fractie in vergelijking met de bezochte gaming en sharing sites. Waarbij vooral meisjes gebruik maken van dat laatste.
Die gewoonten zij echter wel erg afhankelijk van de mate waarin de ouderlijke controle wordt toegepast. Al betekent dit in de praktijk meestal een beperking van het aantal uren dat er gesurfd mag worden.
Men is bovendien on-line sneller geneigd te gaan samenwerken met anderen, wat erg nuttig kan zijn voor het te maken huiswerk. Waarbij men gretig gebruik maakt van alternatieve bronnen zoals Wikipedia.
In welke mate de gevaren van het net gekend of bekend zijn is dan weer een andere vraag. Deze vraag stelt het tijdschrift voor leraren, Klasse, zich met het vooruitzicht om dit in de lessenpakketten te gaan integreren.
Deze studie geeft een goede weergave van wat de komende generaties zoal met de media die ze ter beschikking heeft doet. Aan de hand van deze gegevens kan je vervolgens dan ook de accenten gaan leggen voor het uitbouwen van de aanwezigheid van deze media in de bib, samen met de nodige media educatie. Iets waarin scholen en bibliotheken mekaar zouden kunnen vinden ...
Die gewoonten zij echter wel erg afhankelijk van de mate waarin de ouderlijke controle wordt toegepast. Al betekent dit in de praktijk meestal een beperking van het aantal uren dat er gesurfd mag worden.
Men is bovendien on-line sneller geneigd te gaan samenwerken met anderen, wat erg nuttig kan zijn voor het te maken huiswerk. Waarbij men gretig gebruik maakt van alternatieve bronnen zoals Wikipedia.
In welke mate de gevaren van het net gekend of bekend zijn is dan weer een andere vraag. Deze vraag stelt het tijdschrift voor leraren, Klasse, zich met het vooruitzicht om dit in de lessenpakketten te gaan integreren.
Deze studie geeft een goede weergave van wat de komende generaties zoal met de media die ze ter beschikking heeft doet. Aan de hand van deze gegevens kan je vervolgens dan ook de accenten gaan leggen voor het uitbouwen van de aanwezigheid van deze media in de bib, samen met de nodige media educatie. Iets waarin scholen en bibliotheken mekaar zouden kunnen vinden ...
Ik vermoed dat één van de grote verschillen alvast de participatieve factor zal zijn. Een uitloper van het mondiger zijn van de Nederlandse kids.
BeantwoordenVerwijderen