01 juli 2010
Door de geschiedenisloop van België heeft ze na haar afsplisting niet meteen een eigen nationale bank opgericht. Door de toen grootste bank, met name de Generale Bank, van die rol te voorzien.
Een bank die door de Generale Maatschappij in 1822 werd opgericht door de Nederlandse Koning Willem I. Maar toen nog als "de Algemeene Nederlandsche Maatschappij ter Begunstiging van de Volksvlijt" bekend stond.
Met als doel om de groei van de welvaart in de zuidelijke gewesten van het land te stimuleren. Bij de omwenteling van 1830 werd het bedrijf Belgisch (Societé Générale de Belgique). Vanaf toen tot de oprichting van de Nationale Bank van België in 1850 fungeerde de Generale Maatschappij ook als nationale bank.
Een activiteit die later werd afgesplitst maar doordat deze instelling een hele tijd door een gewone bank werd beheerd kon men er ook aandelen van kopen. Waardoor België nu als enige land ter wereld een nationale bank heeft die op de beurs is genoteerd.
Waardoor ze bij het toezicht op de Belgische beurs, zelf een betrokken partij is. Een onpartijdig optreden is daardoor onmogelijk. En soms voor problemen zorgt in de verhouding van de Staat tov. een minderheid van privé aandeelhouders. Iets dat heel anders had kunnen uitdraaien als Carlo De Benedetti in 1989 niet tegengewerkt werd in zijn openbaar bod op de resterende aandelen van de Generale Maatschappij.
