11 maart 2010



Oorspronkelijk betekende de uitdrukking "een cameo rol" dat een beroemdheid geen personage speelde maar zichzelf.  Een soort van gastoptreden met andere woorden.

Een mooi voorbeeld daarvan zijn de verschijningen van Alfred Hitchcock zelf in zijn films.  Waarmee hij net als een schilder zijn handtekening weet te zetten.  In Vlaanderen kan je zo Jef Geeraerts in de verfilming van zijn boek "De Zaak Alzheimer" zien verschijnen.

Willy Vandersteen in de "Belhamel-bende" (via)

Een gebruik dat zeker niet beperkt is tot films en ook frequent opduikt in andere media.  Zo kan je in boeken bijvoorbeeld personages uit andere werken een korte verschijning zien maken.  Al dan niet met de bedoeling om hulde te brengen of om een brug tussen twee werelden te slaan.

In strips, zoals bijvoorbeeld bij Suske & Wiske, kan dit aangegrepen worden om een verhaal rond historische figuren op te halen.

Ptolemy II Philadelphus en zijn vrouw Arsinoe II, die als goden van het Griekse pantheon worden afgebeeld (via)

De origines van dit verschijnsel heb ik niet met zekerheid kunnen terugvinden, maar wellicht gaat dit terug tot de Oudheid. Daar waren de cameo's namelijk kleine miniatuur afbeeldingen van personages en godheden.

Die op deze manier steeds op de achtergrond aanwezig waren. Naast het tonen van een moreel, ethiek, statatement over geloofsovertuiging of waar hun loyaliteiten liggen.

Leave a Reply

Subscribe to Posts | Subscribe to Comments

- Copyright © infocaris