07 september 2009


Gebarentaal is één van die talen die je van tijd tot tijd tegenkomt, maar waarvan je meestal niet de achtergrond kent.  Het ideaal moment om daar is wat dieper op in te gaan.

De taal blijkt namelijk al in 1620 uitgegeven te zijn in het Spaanstalige boek "Reducción de las letras y arte para enseñar a hablar a los mudos" dat staat voor het inkorten van letters en de kunst van dit te onderwijzen aan mensen die zich niet vocaal kunnen uitdrukken.

Je zou dan ook kunnen denken dat gebarentaal een echte universele taal is, maar net als bij de gesproken variant zijn ook hier afhankelijk van de regio dialecten met hun eigenheden gegroeid.  Er bestaat echter wel een internationale gebarentaal die Gestuno heet die bijvoorbeeld voor de Olympische Spelen voor doven wordt gebruikt.


Zo spreken er in Vlaanderen zo'n 6000 mensen via het VGT (Vlaamse Gebaren Taal) , terwijl dat in Nederland  het nauw verwante NGT is.  Waarbij bepaalde handgebaren naar andere dingen kunnen verwijzen door taalkundige verschillen.

Een probleem dat zich in de vroegste jaren nog niet stelt omdat daar een beperktere gebaren vorm wordt gebruikt die zowat iedereen zou kunnen herkennen.  Woorden zoals "eten", "slaap", "meer", "knuffel", "spelen", "koekje", en soortgelijke vaak voorkomende woorden op die leeftijd.

Dankzij deze methode gaan bepaalde vaardigheden bij kinderen zich ook sneller ontwikkelen.  Iets dat je misschien nog is bijgebleven uit de film "Meet The Fockers" waar de niet dove "Little Jack" via deze manier communiceerde.

Leave a Reply

Subscribe to Posts | Subscribe to Comments

- Copyright © infocaris