Gregor Johann Mendel (20 juli 1822 – 6 januari 1884) was een Oostenrijkse wetenschapper die postuum tot de oprichter van de genetica werd uitgeroepen. Vanwege zijn studie naar de erfelijkheid van bepaalde trekken bij erwten planten. Waarvan hij aantoonde dat deze erfelijkheid bepaalde wetten volgen en die daardoor ook zijn naam meekregen. Pas in de 20ste eeuw werd dit werk naar waarde geschat, wanneer deze wetten werden herontdekt. Met name : (via google met wikipedia)

• De uniformiteitswet: als je twee raszuivere individuen (die maar in één kenmerk verschillen) met elkaar kruist, dan zijn de F1-nakomelingen onderling identiek.

• De splitsingswet: bij onderlinge kruising van individuen uit de eerste uniforme generatie krijg je nakomelingen met verschillende fenotypen. Daarbij komen de kenmerken in een vaste getalverhouding tot uiting: 3:1 bij dominant-recessieve overerving en 1:2:1 bij partiële (of co-) dominantie.

• De onafhankelijkheidswet: de verschillende kenmerken worden onafhankelijk van elkaar overgeërfd (indien ze op verschillende chromosomen liggen).